Wat een dag!

Sommige dagen mogen wat mij betreft overgeslagen worden, juist op de drukste file dag van het jaar moet ik zo nodig Nederland doorkruisen. Van Hoofddorp naar Helmond is niet een afstand waar ik van wakker lig, reistijd nog minder maar dan heb je ineens een afgesloten A2 voor je liggen met een vertraging van meer dan een uur. Ik ging vol goede moed om 9 uur de deur uit en denk dat ik tijd genoeg heb om op mijn gemak rond 11 uur in Helmond aan te kunnen komen. Streep door de planning, bij Vinkeveen gaan de matrixborden al aan met 70km/h erop.

Nu ken ik Nederland alsof ik er geboren ben dus een alternatief was snel voorhanden, bij Vinkeveen van de A2 af en richting Hilversum. Dat is dan wel om maar niet zover dan meer dan een uur wachten op de A2. Buiten die Renault camperbus die voor mij reed om, die er 3 kilometer voor nodig had om de oorverdovende snelheid van 80 te bereiken, ging het voorspoedig. Net na Hilversum kan je dan de A27 nemen om bij Vianen weer de A2 te vervolgen. Hilversum was rustig dus dat ging goed, ik draai de A27 op en pang, vast in de file!

Waardeloos dacht ik maar het reed, niet te hard en soms stond ik stil maar verder was het vrij snel opgelost. Ergens tussen de auto’s voor mij spot ik een hele nette E38, natuurlijk gaat de linker baan weer eens langzamer dan de rechter zodat ik een behoorlijk aantal kilometers nodig had weer in de buurt te komen. Gelukkig had deze 7-rijder geen haast en kon ik er voorbij komen en wat denk je? Totaal geen interesse voor mijn 7! Mijnheer zat te bellen in zijn auto en was daar behoorlijk door gepreoccupeerd. Ik weet het, moeilijker woord dan viaduct.

Dan niet hè. De rest van de A27 en de A2 tot aan de afslag naar Helmond heb ik zowaar op de maximum toegestane snelheid kunnen afleggen zodat ik slechts 10 minuten te laat was. Ik had een afspraak om de ABS – ASC unit van de Z3 te laten repareren bij een bedrijf dat uiteindelijk in een woonhuis gevestigd was maar binnen een uur de unit weer werkend had gekregen. 2 Jaar garantie en geen factuur. Wel van alles moeten invullen op een home-made formulier dus daar heb ik dan weer wel vertrouwen in. Of de unit ook werkt weet ik pas als ik hem in Frankrijk weer in de Z3 schroef. Hele aardige man trouwens die het geweldig vond dat hij een unit uit een Franse Z3 mocht repareren. Voor adres en details moet je me maar even e-mailen.

Tijdens het uur wachten ben ik even op zoek gegaan naar een snackbar in Helmond. Ondanks dat mijn navi-truusje aangaf dat er genoeg waren kon ik er geen één vinden die open was. Vanaf 4 uur ofzo, ja lekker, ik heb nú honger! Enfin, toch nog een broodje kroket kunnen scoren ergens in het centrum. Ik was nog net op tijd terug om de ABS unit weer op te halen. Gezien de spoedreparatie, de gebruikte onderdelen en de garantie vond ik de prijs acceptabel, het was voor de eerste keer die dag dat ik €275,- kwijt was.

Nu is Helmond niet zo ver van ’s Hertogenbosch dus ik besloot eens langs te gaan bij vriend Giax (een forumlid waar ik de motor van zijn E65 735i gereviseerd heb). Blijkt dat er geen snelweg bestaat van Helmond naar ’s Hertogenbosch tenzij je een giga-stuk gaat omrijden. Whatever, het is zo’n 50 kilometer dus dat moet dan maar door de polders. Beter gezegd, door het land van Maas en Waal. Ik heb het liedje van Boudewijn de Groot in mijn hoofd maar het ritme heeft totaal geen binding met de voortgang die ik maak. Je mag daar nergens inhalen en dan zit er een kneus in een Polo voor je die weigert sneller te gaan dan 75 km/h. Op de teller ja! Dat is zo’n 66 km/h in het echt.

Ik heb de borden wel zien staan dat bij Gemert de provinciale weg was afgesloten maar om nu al bij het verlaten van Helmond de borden “G” te volgen vond ik niet nodig. Het zal toch niet zo zijn dat ze 40km provinciale weg tegelijk afsluiten zeker. Ik rij door tot aan de rotonde bij Gemert waar de weg daadwerkelijk was afgesloten, ze waren zowaar nog aan het werk ook! Hé, daar heb je het bord “G” weer. Nou, laten we dat dan maar volgen voor zolang het duurt. Inderdaad voor zolang het duurt want op een gegeven moment zijn de bordjes op en sta je ergens op een landweggetje midden in het land van Maas en Waal en ben je spontaan op zoek naar de G-spot.

Wat zegt mijn navigatie ervan? Op de eerst plaats dat ik me naar de “geplande route” moet begeven, goed geregeld, dat kan dus even niet. Op de kaart zie ik wel dat ik parallel aan de provinciale weg rij dus er moet vanzelf een afslag of zijstraat komen waardoor ik mij weer op de “geplande route” kan gaan begeven. Zo makkelijk was het niet, elke zijstraat was voorzien van een bord op een mobiel hekwerk van rood met witte planken wat me vertelde dat ik er niet in mocht. Goed, dan sla ik hier niet rechtsaf maar aan het einde van de weg linksaf. Aan het einde van die weg zit dan weer een weg die mij naar een ander provinciale weg zou leiden die de eerste provinciale weg kruist. Geen probleem, toch?

Snappen we het allemaal nog? Ik kan je vertellen dat ik het vrij logisch vond alleen was de uitvoering van mijn plan een ander verhaal. Die verbindingsweg was geen weg maar een bagger pad, er stond een bord wat een verbod inhield voor motorvoertuigen tenzij je er woonde of er echt moest wezen. Ik besloot dat ik die weg nodig had dus ik moest er echt wezen. Had ik beter niet kunnen doen, na zo’n 500 meter kwam ik een echt diepe bagger poel tegen. Als ik op dat moment gestopt was had ik er nooit door gekomen en een sleepwagen moeten bellen. Met 40 km/h er doorheen dan maar en dat lukte! De gaten had ik even niet op gerekend maar ik hield het gas erop en kwam er door.

Nu is mijn 7 verlaagd en bagger met gaten in combinatie met de snelheid deed mij een paar keer uit mijn stoel vliegen maar ik was erdoor! Ik maakte me wel zorgen over het onderstel wat tekeer ging als een nest jonge honden en nog beet ook. Hé, wat zie ik daar in de verte? Een stel koplampen die mijn kant op kwamen. Oh shoot, ook dat nog! Ze bleken te zijn bevestigd aan een camper, de tweede keer die dag dat ik last van een camper had. Na nog twee modderpoelen getrotseerd te hebben stond ik oog in oog in oog in oog (4 lampen dus) met de camper die niet van plan was van zijn pad af te wijken. Ik heb een 7 en je bekijkt het maar, dus met 40 km/h de camper de keus gelaten op een frontale botsing of toch uit te wijken.

Stoppen was het laatste wat ik ging doen en met wederzijds iets toegeven op het laatste moment zijn we elkaar gepasseerd. Ergens lachte ik want ik wist waar hij die camper nog doorheen moest loodsen, na de laatste baggerzooi bereik ik na 3 kilometer eindelijk weer een verharde weg. Linksaf en het klinkt nog steeds goed als ik gas geef. Ja, dat wil zeggen tot 60 km/h. Wat is dat toch voor een raar geluid wat de 7 produceert? Na een rotonde toch maar even gestopt op een parkeerplaats van een vrachtwagenbedrijf en onder de 7 gekeken. Shoot! De klep van de bodemafdekking die je open maakt om de olie te verversen is aan de voorkant afgebroken en sleept over de straat.

Nu ga ik nooit zonder gereedschap onderweg dus ik heb de twee snelsluiters waar de plaat nog aan hing los gemaakt en met drie kilo bagger erop in de achterkoffer gegooid. Ik heb er nog één in Frankrijk liggen dus dat is geen probleem. Achteraf vraag ik me af waarom ik het ding niet ter plaatse heb laten liggen, ik denk dat mijn milieubewustzijn groter is. Uiteindelijk bereik ik ’s Hertogenbosch met een navigatie wijfje dat denkt dat ik op het fietspad rij en mij continu links en direct rechtsaf wil laten slaan. Elke 200 meter. Geen paniek, gaat wel over.

Na een prettig bezoek aan Giax zet ik koers naar Hoofddorp, rond 3 uur is er nog geen sprake van filevorming of vertraging en rond half vijf stuur ik Hoofddorp centrum in. Even nog wat dingen kopen voor mijn jongste zoon want die ga ik rond half zeven ophalen om samen te gaan snookeren. Hij woont sinds kort min of meer op zichzelf en kan wel wat spulletjes gebruiken. Snel naar huis en de contactlenzen in mijn ogen proppen, dat is nodig want met een bril kan je echt geen snooker spelen. Je kijkt er altijd en eeuwig overheen dus die lenzen zijn een noodzaak. Ja ik wordt ouder maar zolang een bril of contactlenzen het enige probleem is kan ik er wel mee leven.

Na een geweldige avond rijden we weg bij de snookerkroeg, Blob, krak en ik ging nergens meer heen. Sta ik vast op een halve betonnen bol die in het trottoir gemetseld is. Voorwiel aan de bestuurderskant los van de grond en die bol zit precies onder het krik punt van de 7. Wat is dit nu weer? Welke minderbegaafde gemeentewerker heeft er nu een 30 centimeter hoge bol in de uitrit van de parkeerplaats aangebracht? Ik had het ding niet gezien omdat ik aan de andere kant ben ingestapt en de parkeersensors schijnen op die hoogte niet te werken. Ik loop terug de kroeg in en daar werd lacherig gereageerd, gebeurt minimaal één keer per week. Bedankt hè, hoe krijg ik de 7 er weer vanaf?

De geachte aanwezigen hebben geen idee dus de politie maar gebeld, dit omdat de 7 de weg blokkeerde. Niet het alarmnummer natuurlijk want er was geen gevaar. Nou, dat leverde een wachttijd van een uur op voordat onze wetshandhavers arriveerden. Had ik nog een soort van geluk want als de doorgaande weg niet geblokkeerd was had ik het mooi kunnen uitzoeken. Er wordt een takelwagen opgeroepen en tijdens het wachten wordt mijn rijbewijs gescand en moest ik blazen. Logisch, ik kwam uit de kroeg. Na een avond op koffie en sinas moet je dan ook nog bewijzen dat je niet bezopen bent. Natuurlijk een hele goede zaak en ik heb dan ook geen enkel probleem gemaakt.

Ik had één Irish coffee op en dat heb ik dan ook ruiterlijk toegegeven, lang niet genoeg alcohol om de blaastest positief te blazen. Niets op is natuurlijk beter maar ik ben slechts één keer per maand met mijn zoon op stap dus een gezamenlijk genot is dan onbetaalbaar, binnen grenzen natuurlijk! Dan krijg ik het gezeur over het feit dat er een Frans kenteken op zit en ik in Nederland een huis heb, officieel mag ik er dus niet mee rijden, in de rest van de wereld wel maar niet in dit stukje autonoom wad, gewonnen uit de Noordzee met meer regels dan begrip. Uiteindelijk is beleefdheid en een berg papieren die bewijzen dat alles in orde is de sleutel om de hier geldende wetten genoeg te doen.

Enfin, de takelwagen komt een uurtje later en lift de 7 even van de verkeerd geplaatste halve kloot, voor het luttele bedrag van € 275,-! Ter plaatse te voldoen omdat er een buitenlands kenteken op zit. Alles bij elkaar was ik om half één thuis. Twee keer vandaag in de file gestaan, twee keer de bodem beschadigd al was de tweede keer ook een stuk plastic wat verbogen is, twee keer €275,- uit moeten geven, twee keer een probleem met een camper gehad, ik ben bij dat deze dag voorbij is!

Nico.

Elektrische gremlins.

Wat zijn het toch geweldige wagens die 7-serie van BMW. Niets is te gek, alles wat je dacht aan te treffen in een 7 is er ook. Dat niet alleen, er is nog veel meer waar je nooit zelf aan had kunnen denken. Rijden als een vorst in een topklasse auto, heeft af en toe wel wat aandacht nodig maar dat is normaal. De E38 uit de 7-reeks van BMW is dan ook minimaal 13 jaar oud, als ik het over de mijne heb dan praten we over een feestje ergens in maart, 15 jaar daarvoor vond de geboorte van een zwarte E38 facelift plaats met een 4.4 liter V8 motor, uitgevoerd met genoeg zichtbare en onzichtbare opties. Zelfs opties die de fabriek er niet ingebouwd heeft.

Is die E38 dan nog wel origineel vraag je? Bijna, op een setje lagere veren na is het allemaal zo uit de fabriek gekomen. Toch heeft elke E38 het vermogen om gedurende zijn leven wat onverwachte opties zelf te ontwikkelen. Dát noem ik pas vooruitgang, een auto die zichzelf nieuwe kunstjes leert! Vergeet de gemiddelde blindengeleidehond, spatbord-kauwende border(line) collies en ex-politiehonden. De laatste soort kan je makkelijk herkennen aan de kale plek op het hoofd, daar heeft jarenlang een zwaailicht gezeten. Als je hond ineens verpakte poepjes gaat doen dan weet je ook dat er binnenkort iemand voor je deur staat waarvan het spatbord van zijn Aston Martin op duistere wijze ineens zonder problemen grotere wielen accepteert.

Mijn 7 heeft sinds gisteren ook een nieuw kunstje geleerd, eerst dacht ik dat het aan mij lag maar dat was achteraf niet het geval. Nee, hij gaat nog niet uit zichzelf tanken en zelf ervoor zorgen dat alles van binnen goed gesmeerd blijft is er ook niet bij. Ik ging naar de plaatselijke bouwmarkt om kippenvoer te halen, logisch toch? Je moet die kippen ook opbouwen zodat er uiteindelijk een paar lekkere dikke poten overblijven, dus kippenvoer koop je bij de bouwmarkt. Ik had nog wat andere dingetjes nodig en opeens schoot het mij te binnen dat ik de 7 niet op slot had gedaan. Stromende regen buiten dus met diefstal van welke soort dan ook zal wel los lopen dacht ik. Als je het eenmaal in je kop hebt dat het ding misschien niet op slot is loop je toch niet rustig rond in de bouwsuper. Zelfs niet als de gemiddelde leeftijd van de dorpse bevolking ruim boven de gevorderde VUT-grens ligt. 3 Keer AOW met z’n tweeën zo ongeveer.

Uiteindelijk laat je die niet te sturen winkelkar staan en ga je kijken, ja toch? Ik kan niet zeggen dat ik anders ben dus ik deed dat ook. Ik sta recht voor de deur geparkeerd, lekker ruim op 3 invalide parkeerplaatsen. Niet meteen oordelen want ik heb daarmee het minder valide volk een dienst bewezen. Die parkeervakken zijn blauw geschilderd en niet met anit-slip-verf wat levensgevaarlijk glad is als het regent! Ik zie het als mijn verantwoording om ervoor te zorgen dat er niet nog meer geld in deze barre tijden door de overheid uitgegeven moet worden, dus sta ik op die manier actief de volksgezondheid te bewaken.

Er zit alleen een glazen schuifdeur tussen dus ik hoef niet eens de regen in om de 7 op slot te doen, even op het knopje op de sleutel drukken en dan….. gebeurt er niets. Nog een keer dan, weer niets. Uiteindelijk toch de regen in en het ding met de sleutel op slot gedraaid. Zonder verder om te kijken schiet ik weer naar binnen en ga op mijn gemak met winkelwagen en al naar de overige spulletjes die ik nodig heb zoeken. Buiten het feit dat ze niet hadden wat ik zocht, de gebruikelijke rijen bij de kassa, het gebruikelijke praatje van de caissière met de geachte clientèle over kinderen, neven, nichten, achterkleinkinderen en wie er de laatste week zijn huis heeft verlaten om zeker 20 jaar op een andere vaste plek achter de kerk te gaan liggen, onder het genot van het invullen van een cheque die hier bij de bank nog geld waard blijkt te zijn ook ben ik eindelijk aan de beurt. Ik moet me alweer gaan scheren zolang heeft het geduurd.

Regenen doet het nog steeds en niet zo zachtjes ook. De 7 stond geduldig te wachten, hij moet geweten hebben dat ik afgerekend had want de achterklep stond al wagenwijd open. Dát is nog eens vooruitgang en het gemak van een hydraulische bediening! Op het moment dat ik mijn creditcard uit de lezer trek kan de 7 via het beanet en de bankencentrale die toevallig een satellietverbinding heeft met Nederland om mijn aankoop goed te keuren via de navigatie ontvanger weten dat ik eraan kom met een winkelwagen vol kippenvoer. Ik had de sleutel nog niet eens aangeraakt en dan ga ik me toch wel vragen stellen, heeft de NSA mijn auto in de peiling of alleen mijn creditcard maar en hoe linken ze die dan aan elkaar? Via de idiote hoeveelheid brandstof die er via die kaart aangeschaft wordt?

Toen ik bij de 7 aankwam was de inhoud van de achterkoffer al lekker doorweekt, er stond nog net geen laagje water in maar het scheelde niet veel. Er miste na een korte check niets uit de achterkoffer dus hup, die 25 kilo kippenvoer erin gemikt, de klep dicht en die winkelwagen terug gezet, regen of niet ik wil wel mijn euro terug. Ik heb er niet teveel over nagedacht en op naar de volgende bouwmarkt voor de spullen die ze niet hadden. 30 Kilometer verderop kom ik bij de volgende aan. Het water komt nog steeds in grote hoeveelheden uit de lucht vallen en de 7 verrekt het om met het knopje op de sleutel op slot te gaan. Dit keer let ik wel op of hij op slot is, niet dus en ik doe het nogmaals met de sleutel in het deurslot. Op het moment dat ik de zooi op slot draai gaat de achterklep open, helemaal uit zichzelf. Dat geloof je toch niet, zo een optie verzin je niet maar mijn 7 heeft het!

Hou je klep dicht zei ik nog voordat ik op het knopje aan de binnenkant van het kofferdeksel drukte en zodoende de klep liet sluiten. De 7 liet dat zich niet zomaar zeggen en een oude bekende besloot het ongenoegen binnen de electronische circuits op de zijn gebruikelijke wijze kenbaar te maken, na 3 kilometer maar weer eens “Getriebenotlauf”. Hartelijk bedankt, lekker weer, zo kan die wel weer zeker. Als ik mijn 7 ooit verkoop komen er in de advertentie wel een aantal onorthodoxe opties te staan, gevat onder optienummer 666 of zo. Er komt in ieder geval in dat het een 7 is die de geest nog niet gegeven heeft.

Nico.

Mede wegmisbruikers (1).

We kennen het allemaal, de weggebruikers die het niet zo nauw met de regels nemen. Nu ben ik beslist niet heilig wat dat betreft maar er zijn toch wel mensen die het bont maken. Zoals bij velen bekend rij ik nogal eens tussen Frankrijk en Hoofddorp heen en weer, het zal je niet verbazen dat ik dan geregeld dingen zie of meemaak die niet helemaal Christelijk zijn.
Het is maar goed dat ik niet dezelfde bevoegdheden heb als de politie of gendarmerie, er zouden toch behoorlijk wat zeldzame zuidvruchten een bon van mij krijgen.

Laten we beginnen met verkeersirritaties, dat is denk ik wel de grootste categorie als het op bijzonder rijgedrag aankomt. Als het druk is heb ik er geen problemen mee als iemand links blijft rijden, wat ik dan weer wel vervelend vindt is dat als er weer ruimte voor hen komt ze met hetzelfde gangetje door blijven sukkelen. Geef dan gas man, of vrouw natuurlijk! Kijk, als het omhoog gaat kan ik het ze niet kwalijk nemen. Die Clio diesel inclusief geen turbo kan alleen maar meer snelheid maken als het naar beneden gaat. Hetzelfde geldt voor Renaultjes van het type hondenhok en Kangoo’s, een ander soort van hondenhok. Wel valt op dat het altijd Renaultjes zijn, zou je niet verwachten met al die formule-1 successen uit het nabije verleden. Toch moet de stoker een blokje extra op het vuur gooien, al is het alleen maar om het geval-met-inhoud naar boven te slepen.

Vaak rij ik ’s nachts, dan heb ik geen files bij Parijs en is het heerlijk rustig op de weg. Uitzonderingen bevestigen de regel natuurlijk weer dus heb ik ook al eens 2 uur vastgestaan om de binnenperiferie van Parijs op te komen om 2 uur ’s nachts. Parijs is sowieso een verhaal apart, de rijstijl die de gemiddelde Parijsoos erop na houdt kan uitsluitend aangeleerd worden door veel te snel ergens willen zijn terwijl ze denken in een klein dorp te wonen. Altijd tijd tekort die lui. Is hier veel verkeer dan? Daar weet ik niks van! Onder dat motto wordt het vooraankomen op de binnenperiferie een ware slalom. Die Roemeense vrachtwagenchauffeur had het niet gezien, die wilde alleen maar zo snel mogelijk Parijs voorbij rijden. Een Twingo komt via de vluchtstrook de rechter rijbaan weer op en was iets te krap voor de 40-tonner ingestuurd. Nu hebben Roemenen nog nooit van blinde-hoek spiegels gehoord en als het er dan opzit moet je wel de discipline hebben erin te kijken. Dat had deze gorilla niet en pakte het Twingootje op het achterwiel. 40 Ton dendert wel door, in een pillendoosje wat een auto moet voorstellen is die ervaring heeeel anders. Het is dat de ontsnapte circusattractie die opgeleid was te sturen er door andere weggebruikers op attent gemaakt werd anders was het zijdelings voortduwen van die boodschappentas hem pas opgevallen bij de eerstvolgende verplichte stop.

Valt het op dat ik alleen maar Renaultjes zie die links en rechts problemen veroorzaken? Aangezien Fransen in het algemeen totaal geen binding met hun auto hebben zijn ze er niet zuinig op, daar doen die 5 NCAP-sterren ook geen goed aan. Stel je voor, je moet van A naar B en een beetje rap ook. Je springt in je vervoermiddel met 5 sterren dus er kan je niets gebeuren. Zelfs niet als je veel te snel tussen het vrachtverkeer laveert. Kreukelzone dit kreukelzone dat, klapzakken en de gemiddelde Franse coureur waant zich veilig in iets dat alleen geschikt is om eieren in te vervoeren over ruige wegen.

Oh, dat verbaasd je? Nou dan heb ik nieuws voor je. Toen de lelijk eend geïntroduceerd werd, ook wel Citroën 2CV genaamd, ging het alleen maar over de geweldige vering. Met dit vervoermiddel was het mogelijk voor de boeren 5 kilometer verderop eieren te gaan halen in een mandje en dan over een soort van militaire hindernisbaan terug te rijden zonder dat de eieren in het mandje op de achterbank braken. Niemand, maar dan ook echt niemand had verwacht dat het ding ook door de plaatselijke kippenboer het asfalt opgestuurd zou worden. In het eigen dorp ging dat nog wel maar dat houdt ook een keer op, voor de boeren uit de jaren 50 sneller dan men dacht.

Als rechtgeaarde Franse slakkenteler die ook wel eens eieren ging halen, vooruit jij je zin, was snelheid de laagste prioriteit. Dat wil zeggen dat toen ze eenmaal achter de gigantische topsnelheid van die overmaatse eiermand kwamen moesten ze ook zonodig de wereld buiten hun eigen dorp gaan verkennen. Comfortabel wiegend over het karrenpad van 17 kilometer lang kwam men er al snel achter dat er ook verharde wegen bestonden. Aan het eind van het karrenpad kon men dan eens flink gas geven en met 50 km/h het oorverdovende gehijg van de 2-cilinder luchtgekoelde boxermoter aanhoren. Dát moet nog eens een sensatie van snelheid geweest zijn zeg!

Ik zie het helemaal voor me, de boerin (Henriëtte-Freine-Feu du Rhin) spoort de boer (Jean-Pierre) aan om nog sneller te gaan. Jean-Pierre ja, vertaald Jan Steen vergezeld van zijn vrouw Hendrickje. Uhh, was dat niet de vrouw van Rembrandt? Okè, goed, vreemdgaan was in die tijd meer regel dan uitzondering zullen we maar denken. Freine-Feu du Rhin betekent letterlijk vertaald Rem Brand van Rijn, heel goed in schuilnamen vinden waren ze in die tijd ook niet. Het mankeerde er nog net aan dat ze zonnebloemen gingen schilderen, dat kwam door de chaos bij Jan Steen thuis en zodoende konden ze de juiste verf niet vinden. Ik weet ook wel dat ik een paar eeuwen mis zit maar zo is het veel leuker.

Wat maakt het uit? Gas is wat het volk wil en dat krijgen ze ook. Naast brood en spelen zijn er in onze moderne tijd andere hebbedingetjes zoals brood en gas op de plank. Bij 60 km/h gaat het tentdakje flapperen, bij 70 km/h maken de spatborden een vleugelbeweging die frappant veel overeenkomsten vertoont met vliegende eenden. Onder luid gekwaak van de motor wordt de topsnelheid bereikt van 80 km/h, alles heeft nu zijn oscillatie-frequentie bereikt en flappert vrolijk om het eiermandje heen. Vanaf die snelheid weer tot stilstand komen was een ander verhaal, drie weken later zijn ze nog gespot in een kermisattractie waar ze tot dan nog steeds rondjes in draaiden. Dat moet het moment geweest zijn dat de gorilla heeft gekozen voor een eenzaam bestaan achter het stuur van een vrachtwagen.

Ik ben iets afgedwaald geloof ik, in het vervolg van dit verhaal zal ik dat wel goedmaken.

Nico.

Nog maar eens op vakantie. Deel 5.

Kritisch op de juiste werking van alle dingen ben ik al lang niet meer dus dan rijden we maar verder zonder dat de klep in het slot zit. Eerst wil ik weten of het dwarsliggende driespan al is bijgedraaid. Kontact aan, geen meldingen en weer keurig een P in het instrumentencluster. De bak heeft het in ieder geval begrepen. De ruitenwissers dan? Doen het ook weer. Ik weet al een tijdje niet meer waar ik zou moeten gaan zoeken maar nu ben ik wel helemaal verloren. Starten dan maar en dat gaat wonderwel goed. Louise is ook bijgedraaid en wil me niet meer terug hebben naar het beginpunt. Braaf zo! Ga zo door! De bak in D en weg zijn we maar nog geen 5 meter verder zegt de boordcomputer dat de achterklep nog open staat. Ja, denk je dat ik dat niet weet? Doe er lekker zelf iets aan en zorg er voor dat het ding dicht gaat als je er een probleem mee hebt. Zeikerd!.

Nu de 7 weer doet wat er verwacht wordt ben ik niet meer geïnteresseerd in een stop, niet voor koffie of eten en al helemaal niet om de medepassagiers te laten plassen. Dat wordt me niet in dank afgenomen dus noodgedwongen toch maar even ergens gestopt. Tja, als ik de keus heb tussen stoppen en nat leer …… Nou ja, laten we maar stoppen dan, het is tenslotte geen artikel in de plee-boy. Tijdens de stop besluit ik de sofclose eens op een alternatieve manier opnieuw te initialiseren. Kofferklep open, met een schroevendraaier de haak van het slot in de “gesloten” positie duwen en met het knopje buitenop weer ontgrendelen. Nu dicht dat ding en zowaar werkt de softclose ineens weer. Toch raar, dat zou dus betekenen dat je de accu moet aansluiten met de klep dicht anders begrijpt de electronica het niet. Dat wordt wat lastig maar ik weet nu wel hoe ik het systeem weer kan reanimeren.

Zonder noemenswaardige problemen bereiken we Brioude waar we de nacht doorbrengen. Eigenlijk wil ik alleen nog maar naar huis en de volgende ochtend ben ik vast besloten dat ook te gaan doen. Het is niet dat de 7 de vakantie verpest heeft maar “la voiture” heeft er toch best wel een stempel op gedrukt. Ik ben razend benieuwd wat er allemaal in het fout-geheugen van de diverse modules staat en nog veel benieuwder of ik met die informatie ergens aanknopingspunten heb om de problemen op te lossen. Als Herr Heinz von Bit-Fehler bis Speicherrung zijn werk goed gedaan heeft moet dat lukken. Onderweg naar huis dus!

De kortste weg naar huis is een kleine 400 kilometer en er zijn nog behoorlijke heuvels te nemen, de hoogste is nog altijd 1200 meter boven het zeeniveau. Geen paniek we gaan in Montluçon eten en dan verder naar huis. Voordat we de hoogste heuvel bereiken krijg ik de ene melding na de andere in het display, van “Motoröl Uberprüfen” ( hé, die hadden we nog niet gezien ) en “Getriebenotprogramm” tot “Bremsbelage Wechseln” en de melding dat het +3 graden buiten is. Allemaal vergezeld van die gezellige “Dong”. Elke keer als het ding dong zegt probeert mijn vrouw zich krampachtig zo te manoeuvreren dat ze in het display kan lezen wat er nu weer geroepen wordt. Na verrekte nekspieren en een zekere behandeling bij de fysiotherapeut bij elkaar geworsteld te hebben beperkt ze zich tot de uitspraak: “Wat heeft ie nu weer?”. Niets aan de hand schat, de ruitensproeier is leeg. Dong, “wat nu weer?”. Hè, er staat helemaal niets in het display. Bleek haar iPhone het virus ook opgelopen te hebben en een nieuw bericht met hetzelfde vervelende geluidje te melden. Ik kan die gong wel killen! Parkeerplaatsje maar weer eens, er gaat ruim een liter motorolie bij en de laatste melding blijkt echt waar te zijn, het is koud!

Dan in de stromende regen verder, ik laat me door het weer niet makkelijk uit het veld slaan maar ik zou er alles voor gegeven hebben om op dat moment de poort van mijn eigen tuin binnen te rijden.
We zijn bijna bij Clermont Ferrand, het is inmiddels donker en lantaarnpalen hebben de Fransen alleen in Parijs neergezet. Op de autoroute haal ik vrachtwagens in met een gangetje van 130 – 140, het is niet erg druk maar dan opeens, als ik net een vrachtwagen voorbij ben stoppen de ruitenwissers er weer eens mee. Geen goed plan met die snelheid in dat weer!

Wordt vervolgd,
Nico.

Nog maar eens op vakantie. Deel 4.

Het is al enige tijd gelden dat ik iets op de blog heb gezet en ik raad je aan om eerst de voorgaande episodes nog eens door te lezen.

Nog maar eens op vakantie. Deel 4.

De volgende ochtend, stromende regen. Ik neem mijn tijd om het ontbijt te nuttigen en mijn spullen in te pakken. Het weer moet mijn humeur opgemerkt hebben, de wolken verdwijnen en er komt zowaar een zonnetje tussendoor schijnen. Ik geef de 7 eenzelfde blik en hoop dat het ding ook die dag zonder problemen zijn werk gaat doen. Aanvankelijk gaat het goed, een dagje in Montelimar rondgehangen en verder naar Le-Puy-en-Velay. Dat is niet zo ver, slechts 100km. We steken de Rhône over en ik volg trouw de aanwijzingen die Louise mij geeft. Dan zie ik ineens een bordje “Le-Puy-en-Velay”, Louise heeft niets gezegd maar ik besluit de wegwijzer te volgen. Linksaf en dan begint ze ineens te zeuren. Draai om, sla twee keer linksaf, sla twee keer rechtsaf, ik weet dat ze uiteindelijk wel zal bijdraaien en blijf bij mijn besluit de bordjes te volgen. Inmiddels begint het weer zachtjes te regenen.

Dat Louise protesteert ben ik gewend, nieuw is dat ze haar ongenoegen uit tegenover de andere units in de 7. Daar vindt ze een stukje elektronica dat al vanaf het begin een slecht humeur heeft en het met haar eens gaat zijn. Die units spannen samen tegen mij, Louise heeft natuurlijk verklapt dat er een bergpas aankomt waarop de bak-unit haar gerust stelt en er iets aan gaat doen. Noodloop! Jazeker, ze heeft het voor elkaar gekregen. Terwijl Louise blijft brullen dat ik moet omkeren weigert de bakunit te schakelen. Het begint iets harder te regenen en ik besluit door te rijden tot we bij een restaurant of zo zijn, in ieder geval iets met een warme bak koffie en misschien zelfs iets te eten. Zover kom ik niet, Louise heeft nóg een medestander gevonden in de vorm van de ruitenwissers. Die stoppen er ook maar spontaan mee. Fijn zo’n stelletje recalcitrante pubers aan boord. Ga lekker de Privé lezen of zo maar laat mij met rust!

Na een veilig plekje te hebben gevonden zet ik het ding af, ik begin het goed zat te worden en ik open de achterkoffer, haal de minpool van de accu los en… Oh ja, shoot! Ik heb zo’n hydraulische achterklepbediening en die doet het zonder stroom niet, even vergeten. Langzaam dichtduwen dan maar, proberen het geval niet in het slot te laten vallen dus het laatste stukje heel voorzichtig de klep op het slot leggen. Ik laat de klep los en klik, in het slot. Mijn woorden zijn beslist niet voor herhaling vatbaar en tijdens het vloeken vind ik ook nog nieuwe woorden uit, zelfs de wolken trekken zich terug en het wordt zowaar even droog. Was het toch ergens goed voor. Het is nog net niet zo erg dat de enige sleutel die ik heb in de achterkoffer ligt, dan had ik het ding met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid in de fik gestoken. Skiluik of niet!

Ik blijf even buiten staan om de rest van de medereizigers niet al te veel met mijn frustraties op te zadelen, na 10 minuten ben ik over mijn kookpunt heen en stap weer in. Hoelang zal ik het electronische tuig zonder voeding laten zitten? Een kwartier? Half uurtje misschien? Eigenlijk heb ik helemaal geen zin om daar op te wachten dus na 20 minuten is het wel welletjes, ik stap uit, steek de sleutel in het slot van de achterklep en ontgrendel deze. Dat viel niet tegen maar daarna kreeg ik de sleutel er nooit meer uit. Als het theewater eenmaal gekookt heeft duurt het niet zo heel erg lang om het weer terug op het kookpunt te krijgen en ik ben in staat om een dusdanige kracht te zetten dat ik de sleutel met slot en al uit de achterklep zou kunnen trekken. Goed, eerst de accu maar weer eens aansluiten want die kofferklep blijft zonder de ondersteuning van de pomp niet volledig open staan met als gevolg dat ik die klep tot 2 keer toe in mijn nek krijg als ik op zoek ben naar de WD40.

BMW rijden, en dan ook nog één uit het hoogste segment is niet vervelend. In dit geval niet vanwege de luxe, de geweldige wegligging en het motorvermogen. Het is en blijft een avontuur, altijd weer spannend of ik met het beest ook weer thuis kan komen. Er gaan van alle hande gedachten door je hoofd op zo een moment. Goed, de accu is weer aangesloten en de achterklep blijft met behulp van de pomp weer netjes open staan. Na een halve bus WD40 in het slot gespoten te hebben schiet de sleutel er ineens uit. Sjonge jonge, nou, dicht maar weer die klep. Wat denk je? Wil de rotzak niet meer in het slot vallen, dat wil zeggen dat de softclose niet meer werkt. Ja, hé, ho! Als je denkt dat je alles nu wel gehad hebt is de 7 opnieuw in staat om je met een ander probleem te confronteren.

Wordt vervolgd.
Nico.

Nog maar eens op vakantie. Deel 3.

Het is heet en we genieten ervan. Terrasje gepakt in Gap en onderweg lekker gegeten. Die dag geen spoor van welk probleem dan ook met de 7 maar toen we richting Montelimar gingen kwam er ineens een heel ander probleem boven water. Eigenlijk 2 problemen, tijdens een heftige regenbui stopte de ruitenwissers er ineens mee. Dat had ik al eerder meegemaakt en bleek toen een zekering te zijn. Wacht even, de bewuste zekering had ik al eens vervangen voor een 30A exemplaar terwijl er een 7,5A in hoort. Zo dan, hoe is dit nu mogelijk? Motor van de ruitenwissers doorgebrand omdat ik er een te “grote” zekering in geprikt had? Nee hoor, gewoon een plekje zoeken en de 7 uitzetten, sleutel eruit, weer erin en starten. Wonderwel deden de ruitenwissers het weer, schiet mij maar lek. De techniek is in staat om alle logica om zeep te helpen. Als het ingeprogrammeerd geweest zou zijn had mijn navigatiescherm de melding “As a computer I find your faith in technology very amusing” gegeven.

Faith in technology, ik heb het niet maar ik kan er ook niet onderuit. Het 2e probleem wat zich aandiende was dat de bak niet meer wilde opschakelen tijdens het nemen van een vrij steile bergpas. Zou de 7 hebben geweten dat je aan de andere kant ook weer naar beneden moet? De techniek staat voor niets tegenwoordig. Tijdens de afdaling was het wel prettig dat de bak niet opschakelde en je raakt er supersnel aan gewend. Totdat het ding ineens het besef terug krijgt dat hij gebruik kan maken van méér versnellingen en dan ineens doorschakelt naar de 5e. Nee! Ho, stop! De volgende haarspeldbocht hebben de remmen moeten overwerken en daarna kreeg ik een melding dat ik de remblokken moest vervangen. Pech komt in soorten en maten maar dit is toch echt wel te gek voor woorden. De blokken rondom zijn nog geen 8 maanden oud dus dat ze versleten zijn geloof ik helemaal niets van. Met mijn oude 7 heb ik 100.000 kilometer gewacht om eindelijk de blokken eens te mogen vervangen, deze heeft er “pas” 40.000 kilometer opzitten. Ja ik weet het, het is een behoorlijke afstand in 8 maanden.

Hebben we nu alles gehad? Natuurlijk niet, onheil komt nooit alleen. Dat het dan met z’n zessen of zo moet komen is dan ook weer overdreven. Daar sta ik dan, midden in de Franse alpen met een 7 die zoveel meldingen geeft in de boordcomputer dat het niet leuk meer is. Het vreemde aan het hele verhaal is dat de volgende dag zich niet één probleem opnieuw manifesteerde. Vol goede moed ( alweer ) gaan we tegen 3 uur ’s middags aan één van de de zwaarste etappes beginnen. De Oostenrijkse bergpassen zijn niet erger dan de Franse dus hij moet het wel even uithouden nu. Alp d’Huez staat gelukkig niet op het programma maar het komt erg dicht in de buurt.

We rijden een klein plaatsje uit en ik ben nog niet eens echt omhoog gereden, noodloop. Krijg nou de overmaatse… Ik zal jullie de rest besparen. Meteen gestopt en de alarmlichten aan. Hé, die doen het niet! Sleutel eruit en er weer in, starten en de noodloop is weer verdwenen. Op hetzelfde moment heeft ook de serviceindicator zich gereset. Ik had nog 1 groen blokje over en ik kijk ineens tegen 5 groene blokjes aan. Dat is niet alles, de dagteller, de klok en het verbruik in de boordmonitor hebben zichzelf gereset. Alsof de accupool eraf geweest is geeft de radio ook ineens veel meer volume dan ik ingesteld had. Ik heb er geen zin in eens te kijken wat er aan de hand is, de bak staat niet in noodloop, de alarmlichten doen het weer en wonderwel is de melding dat ik de remmen moet vervangen ook verdwenen.
Had ik maar een Lada waar totaal geen electronica in te ontdekken valt welke mij het leven zuur maakt. Je kan zeggen van Lada’s wat je wilt maar de kachel is wel berekend op 30 graden onder nul. Dat is dan ook meteen het enige voordeel aan zo’n ding. Enfin, op weg naar de volgende bergpassen. Wat denk je? Zou het nog een probleem geven of ploegt de 7 er gewoon doorheen?

110 Kilometer later, rond 10 uur ’s avonds komen we in Montelimar aan. Verder zonder problemen! Louise weet waar het hotel is dus geen vuiltje aan de lucht, dacht ik.
Ik had niet van te voren geboekt en de beste jongen achter de balie deelt mij fijntjes mee dat het hotel vol is. Het is niet waar hè! Tegenwoordig staat alles in de computer, waar is de tijd gebleven dat er achter de balie een rek stond met de sleutels van de kamers erop? Toen had je tenminste een overzicht. Mijn “faith in technology” was allang door de afvoer en dan gaat een computer vertellen dat er geen kamer beschikbaar is. De beste jongen achter de balie doet zijn best en herinnert zich ineens dat er een uurtje geleden een vrouw die gereserveerd had was langsgekomen. Op zich niets vreemds, na een half uurtje gewacht te hebben en diverse SMS-jes verstuurd te hebben had ze de reservering geannuleerd. Haar date kwam niet opdagen, zeker een huisvader die extreem moest overwerken en waarvan diens vrouw daar niets van geloofde. De computer had de annulering nog niet verwerkt. Buiten het feit dat elke computer traag is heeft deze een hele aparte eigenschap, hij kan emoties tonen! De annulering kon hij niet verwerken. Tranen over het beeldscherm en een snik uit het toetsenbord. Zelfs de muis had geen interesse meer in voortplanting. De God van de liefde had mis geschoten en dat kwam ons goed uit. Een kwartiertje later zat ik op het bed dat die nacht geen amoureuze actie zou meemaken, ik was kapot en wilde alleen nog maar slapen.

Wordt vervolgd.
Nico.

Nog maar eens op vakantie. Deel 2.

Mijn 7 is verlaagd en ik heb alleen de fabriekskrik en een goedkope assteun bij me om eventueel een wiel te verwisselen, met dat materiaal kruip ik echt niet onder de auto. Ik heb niet de intentie om dood te gaan onder mijn 7 als ik op vakantie ben dus een boel goede adviezen ga ik niet uitvoeren. Toch geeft Peter mij een tip die te proberen valt, ik hang op met de opmerking dat ik hem terugbel als ik het gedaan heb. De versnellingsbak reset zich niet van een noodloop situatie als je de sleutel niet uit het kontact haalt, dat was de eerste keer dat ik dát hoorde dus het proberen waard. Helaas zonder resultaat. Waar ik inmiddels wel was achtergekomen is dat de melding “Getriebenotlauf” al werd weergegeven op het moment dat ik de sleutel erin stak en kontact maakte. Dus zonder de motor te starten, kwam mij erg vreemd over en ik bel Peter maar eens terug.

In overleg komen we tot de conclusie dat het een elektrisch probleem is maar Peter adviseert mij om zo “vlak” mogelijk naar huis te rijden. Dat was ik nu net niet van plan, zowel naar huis gaan en over redelijk vlakke wegen te rijden. Dat moet anders kunnen en dat zál het ook! IK ben de baas hier, niet dat het indruk op wie of wat dan ook maakt. Thuis roep ik het wel eens en dan gaat alles gewoon zo door als het normaal gaat, de 7 heeft die eigenschap al snel overgenomen en trekt zich er ook niets van aan. Wat zowel de huishouding als de 7 even vergeten zijn dat ik het zooitje wel voorzie van genoeg middelen om te kunnen blijven functioneren. Laat maar even gaan, ze komen er vroeger of later wel achter. Hoop ik. Wel heb ik begrepen waarom een auto in de Franse taal als vrouwelijk wordt aangemerkt.

Een elektrisch probleem dus, eerst maar eens zekeringen trekken en zien of er een “sfeerverzieker” tussen zit. Op het eerste gezicht niet maar helemaal zeker ben ik daar niet van. Zonder multimeter blijft het gokken of bepaalde zekeringen heel zijn of niet. Zekeringen heb ik wel bij me, een zak vol van dat spul en ik vervang twijfelgevallen voor verse zekeringen. Zowaar is het probleem ineens weg! We besluiten een hotel in de buurt te zoeken en van een goed diner te genieten. Op de weg terug van het restaurant komt de melding “Getriebenotlauf” weer fris en fruitig terug. Wat is dit nu weer? Ik begin een persoonlijke vete te krijgen met weigerende 7-ens en terug bij het hotel trek ik de motorkap open om nog een aantal zekeringen aan de tand te voelen.

Op dat moment, ik sta gebogen met mijn hoofd onder de motorkap, komt de motorclub aanrijden. Het tuig stapt af en ze komen met z’n allen meekijken onder de kap van de 7. Nog nooit een echte 8-cilinder gezien jongens? Behulpzaam als ze zijn voor een mede-langharige-van-dezelfde-generatie krijg ik allerhande adviezen. Niet dat ik er iets aan heb want mijn 7 heeft gevoeglijk niets te maken met het tweewielersgilde. Wat dan wel weer hartverwarmend was is dat ze hun kennis en diensten om te helpen zonder slag of stoot aanboden. En zo sta ik om 11 uur ’s avonds op de parkeerplaats van een hotel Status Quo in volle glorie veel te luid af te spelen. De sfeer was meer dan aangenaam maar daar was mijn probleem niet mee opgelost.
Zo rond half één houden de motormuizen het voor gezien en we gaan er maar eens een nachtje over slapen. Mag ook wel want mijn biervoorraad uit de achterkoffer van de 7 had inmiddels een behoorlijke deuk opgelopen. Met de gedachte dat ik de volgende dag opnieuw bier moet inslaan ga ik min of meer voldaan naar bed.

De volgende ochtend bij het ontbijt word ik door andere hotelgasten een beetje vreemd aangekeken totdat de leden van de motorclub binnen kwamen. Dat wil zeggen dat “men” het niet meer durfde om nog enige provocatie in welke vorm dan ook te doen. Inwendig lachend nodig ik de “jongens” uit om bij ons te komen zitten, de discussies lopen op tot ongekende technische hoogte. Om het kort te houden hadden ze geen idee of de 7 zelfs wilde starten, geeft niks we hadden plezier. Na het ontbijt inladen en op hoop van zege onderweg, naar de eerste de beste supermarkt om bier te kopen. Wat denk je? Géén noodloop! Vol goede moed zetten we koers naar Gap, iets hoger in de Franse alpen en geen enkel probleem met de bak.

Dat gaf de (outlaw) burger moed, als het alleen een sporadisch probleem zou mogen zijn is er geen vuiltje aan de lucht.

Nog maar eens op vakantie. Deel 1.

Zo half mei begint het regenachtige weer toch wel een beetje te vervelen, de week ervoor waren we al naar Nederland geweest voor een week maar ook bij terugkomst was het huilen met de klep dicht. Alle verhalen over opwarming van de aarde en dat het te droog is geloof ik niets meer van, wat een koud nat rotweer zeg.
Tijd om nog eens een gezonde dosis fossiele brandstof erdoor te jagen om het tij te keren, waar moet je dan naartoe? De Franse alpen leken wel wat, dicht bij de Côte d’Azur kán het gewoon geen slecht weer zijn. Die palmbomen staan daar geen sneeuw te vangen dus ’s avonds beslist en meteen de volgende ochtend in de 7 naar de andere kant van Frankrijk.

De route die ik in gedachten had werdt luisterrijk om zeep geholpen door Louise, mijn navi-gleufje. Onderweg naar Toulouse, net na Brive moest ik ineens van de autoroute af van haar, ik zat nog te twijfelen of ik het wel zou doen. Nou vooruit maar, ik had tenslotte zelf om de snelste route gevraagd. Het voorstel van Louise was achteraf niet verkeerd maar ik had die route-nationale al eens gereden en de wegwerkzaamheden waren na 2 jaar nog niet klaar. Hoe lang kan je doen over het aanleggen van een rotonde? Na zo’n 100 kilometer komen we weer op de autoroute, die weg had ik nog nooit genomen en daarbij leidde het over de gigantische hangbrug bij het plaatsje Milau. Blij verrast betaal ik de 7 euro om erover te mogen rijden, de mythe is meer dan het gebruik maken van de brug. Je rijdt erover en je hebt totaal geen uitzicht op het honderden meters lager liggende dal. Dat was wel jammer maar goed, ik kan zeggen dat ik er geweest ben. Lekker belangrijk.

Tijdens het spitsuur kom ik van de verkeerde kant Montpellier binnen, file en stoplichten voordat ik dan eindelijk weer op de autoroute belandt. Louise heeft me wel een dienst bewezen door mij door sneaky achterbuurten te leiden en zodoende 50 kilometer te besparen. Het eerste reisdoel is Perthuis, zo’n 40 kilometer boven Marseille. Tegen 8 uur ’s avonds komen we daar aan, ik had al een hotel geboekt dus het was een kwestie van inchecken. Moe en voldaan nuttigen we een eenvoudige maar voedzame maaltijd en gaan vroeg naar bed. De volgende dag hebben we geen echt doel meer, het wordt wat rondrijden en stoppen waar we het leuk vinden, uiteindelijk komen we in Sisteron en Digne terecht, geweldig leuke plaatsen waar we ons best vermaakt hebben.

Nu wil het geval dat onderweg naar Digne, bij het afremmen bij een tolpoortje, de versnellingsbak in de noodloop modus schiet. Ikzelf schiet in de achteruitbid modus en na een kort maar kernachtig gesprek met God zet ik de 7 aan de kant. Prettig geregeld is anders, ik sta op het punt om de Franse alpen in te rijden en dan zegt meneer ZF ineens tegen mij dat hij er geen zin in heeft. Dit is al de 2e 7 die weigert om plezier te beleven, de eerste weigerde al vanaf het eerste moment om naar de Côte d’Azur te vertrekken. Ik zet de motor af en start na een minuut of 5 opnieuw in de hoop dat het om een kromme bit in de datavoorziening ging. IJdele hoop, zonder een meter gereden te hebben staat meneer alweer in noodloop. Ik besluit met de vastberadenheid dat IK de baas ben om verder naar Digne te rijden, in zijn 4e versnelling wel te verstaan. Het reliëf van het landschap wordt heftiger en ik moet behoorlijk gas geven om de 7 naar boven te slepen. Wegtrekken bij een rotonde neemt zijn tijd, de gemiddelde Trabant op 2-takt zonder tuning doet het sneller. Ik voel me als een zigeuner in een grote sloep die niet vooruit te branden is, ben ik even blij dat er geen sleepkeet achter hangt! Kamperen heb ik in mijn jeugd al méér dan genoeg gedaan, een geweldige tijd maar terug naar het verleden is niets voor mij. Vooruit moet het gaan en wat de 7 betreft een beetje snel ook, daar was helaas geen sprake van. Op een parkeerplaats in Digne, ja ik ben er wel gekomen, ga ik in mijn papieren op zoek naar het telefoonnummer van Thomassen. Thuis laten liggen. Niet alle papieren, het nodige heb ik bij me maar niet het telefoonnummer van Thomassen. Mijn vader zou gezegd hebben dat het zoiets is als zonder ballen naar een bordeel gaan en zo voelde het op dat moment ook. Ik heb niets bij me, geen reserve EGS, geen uitleesapparatuur en zelfs geen multimeter.

Tja daar sta je dan, het is 28 graden, de zon schijnt, ik ben op vakantie en dan heb ik dit. Wie kan ik eens opbellen om het telefoonnummer van Thomassen te achterhalen en misschien nog wat ander ideeën op te doen? Miki is intussen gaan winkelen, ze kon de ellende niet meer aanzien. Eens kijken, Rein staat in mijn telefoonlijst en is de beste optie om eens te proberen. Rein neemt op en ik leg de situatie uit, zijn eerste reactie was “dat meen je niet”! Helaas wel, na wat nuttige maar op dat moment onuitvoerbare tips van zijn zijde vraag ik het nummer van Thomassen wat Rein zonder veel moeite kon terugvinden. Pfff, gelukkig. “Met Peter” (Thomassen), Ha die Peter, ik sta hier in zuid Frankrijk en mijn bak staat in noodloop. Okeeeej, en ik krijg van hem ook nog wat nuttige maar tevens onuitvoerbare tips.

Z3 in de problemen, deel 1.

Na al mijn berichten over de Z3, dat er eigenlijk nooit iets aan mankeert en dat het een wagen is die met dol enthousiasme elke dag klaarstaat om te mogen rijden, is er toch eens iets mis gegaan.
Ik begon er al aan te twijfelen of dit wel een echte BMW is, er kwamen gedachten naar boven zoals “Hoe de Jappen het lappen” en “Opel kopen altijd lopen”. De motor dus, niet dat je zelf moet gaan lopen. Maar gelukkig is het een echte BMW! Het kan kapot en dan gaat het ook een keer kapot.

Op een regenachtige donderdag was ik bezig iets te maken van hout maar de open haard wilde niet echt meewerken, het vuurtje wilde geen vlam vatten en het was best nog een beetje koud. Plotseling ging de telefoon, niets ongewoons als je een Bed & Breakfast hebt, gebeurt gelukkig vaker. Het was mijn vrouw, ze was rond 8 uur die ochtend vertrokken naar Tours voor een controle afspraak in het ziekenhuis. Tours is 165 kilometer verderop, helemaal geen grote afstand voor Franse begrippen. Nu weten jullie inmiddels denk ik wel dat Miki van origine een Antwerpse is, als mijn zinnen niet helemaal kloppen geef ik haar daar de schuld van. Miki dus, “Ik ben ik panne gevallen op de A10, 30 kilometer voor Tours”. Ik vraag wat er gebeurd is, “Nou, een grote stoomwolk en er komt een hels geratel uit de motor en ik ben direct gestopt. Ik wacht nu op de depanneur”. De wegsleper dus, ik probeerde nog een vraag te stellen maar ze riep dat de gendarmerie eraan kwam en hing op.

Als het een keer fout gaat is het meteen goed raak dacht ik en neem nog een bak koffie. Terwijl ik met mijn hoofd in de open haard hang om eens te kijken hoe ik het vuurtje ga reanimeren gaat de telefoon weer, hoe kan het ook anders. Miki weer, “De depanneur is er en hij heeft de Z3 op zijn wegsleepwagen gereden”, pardon? Gereden? Kan die Franse boerenpummel die lier die erop zit niet gebruiken? Te laat, alweer opgehangen. Gaat goed zo, op die manier worden mijn zorgen alleen maar groter. Nee, om Miki maak ik me geen zorgen, het is een grote meid die het wel regelt. Ik maak me zorgen om de Z3, ondanks dat ik het onderhoud stipt uitvoer kan er altijd iets aan de motor kapot gaan. Op dat moment ga ik ervan uit dat het waarschijnlijk wel zal meevallen maar erg gerust ben ik er niet op. Waar was ik ook al weer mee bezig? Oh ja, de open haard, er staat op de verpakking van die aanmaakblokjes dat je er maar één van nodig hebt om een vuurtje aan de gang te krijgen. Na er 5 keer één blokje onder geschoven te hebben wil het nog steeds niet. Op het moment dat ik besloten heb de rest van de verpakking in de fik te steken gaat de telefoon.

Miki: “Ik zit nu in de wegsleepwagen en we zijn onderweg naar de garage”. Mooi, en mag ik weten waar die uithangt? “Ja hoor, ik zal je het adres geven.” Ik sta klaar met pen en papier en daar komt als eerste de naam van de wegsleper, ja, daar heb ik niks aan. Mag ik misschien het adres? Ze roept de naam van een gehucht waar ik nog nooit van gehoord heb maar ik noteer het braaf, en in welke straat is dat? “Even vragen, het ligt aan de D7.” Dat schiet lekker op, de D7 is maar 140 kilometer lang, waar precies? Tuut tuut tuut…. Geen bereik meer met die eifoon van haar. Met de beschikbare gegevens open ik google maps en ik kan het zowaar terugvinden, wat een verwennerij! Ik trek mijn jas aan en ga de aanhanger aan mijn 7 hangen. Telefoon!

“Het is niet waar ik zei, het is ergens anders.” Weet je zeker dat die gozer zelf weet waar hij woont? “Het ligt langs de N10, er staat daar een taxi te wachten om me naar het ziekenhuis te brengen.” Mooi werk, maar de N10 is ongeveer 500 kilometer lang, vertel me nou eens waar ik de Z3 kan ophalen. Ik krijg het adres en loop de keuken in om mijn autosleutels te pakken, krijg nou wat! Het hout in de open haard heeft zowaar vlam gevat en staat vrolijk te branden. Ja lekker, nou is het niet meer nodig! Ik knoop de aanhanger achter de 7 en voer het adres in de navigatie in.

Op mijn gemak begin ik aan de reis van 130 kilometer. Louise, mijn navigatie troel, geeft vriendelijk aan waar ik naartoe moet. In het Engels, dat Duitse mokkel is veel strenger, daar durf je gewoon de verkeerde weg niet bij in te slaan. Helga heb ik haar genoemd, ontsnapt bij de Gestapo volgens mij. Ja, of het vriendinnetje van Horst Tappert geweest. Op vrachtwagentempo kom ik zo rond 1 uur aan in het gehucht, het benzinestation waar de depanneur moet wonen ziet er verlaten uit. De Z3 staat er wel, op een klein terrein ernaast met een terreinwagen ervoor geparkeerd.

Wordt vervolgd,
Nico.

De wijnkelder deel 1.

Als meervoudig BMW bezitter kan ik er niet onderuit, daarbij helpt het ook niet dat ik wat wijn betreft in een verkeerd land terecht gekomen ben, dus deze aflevering gaat over wijn en mijn kelder.
Ben ik een wijnkenner? Nee, niet echt. Wat ik wel weet is dat ik bepaalde wijnen lekker vind, troep die je in een restaurant bestelt als zijnde “een karafje huiswijn” is net goed genoeg om het eten mee door te spoelen. Chateau Migraine kennen we allemaal wel denk ik, dat hoeft trouwens niet aan de wijn zelf te liggen. Vaak is het de combinatie van de dagschotel het apocalyptische boerengejammer als achtergrondmuziek en de hoeveelheid haast die je zo nodig moest hebben. Of je moest weer eens bij een Routiers restaurant terecht gekomen zijn waar de wijn, net als het water, gratis is. Dat de wijn dan voor de helft uit water bestaat zal je niet verwonderen, of toch wel?

De kelder ligt er al een stijf aantal eeuwen maar was verstoken van inhoud. Dat heb ik heel prettig opgelost door de volledige inhoud van een wijnkelder over te nemen. Een busje gehuurd en een dagje gebuffeld om al die 1000 flessen over een ruime 100 kilometer te verhuizen. Dan heb ik dus ineens een volle wijnkelder maar wat ga ik er dan verder mee aanvangen? Gewoon op een hoop laten liggen en zoveel zuipen dat die vanzelf verdwijnt, is eigenlijk geen optie. Wat dan wel? Er staan nog een paar oude wijnrekken in de kelder uit de tijd van Karel de Grote en vol goede moed ga ik de flessen erin leggen. Bij de 12e fles begint het rekje waar 100 flessen in kunnen te protesteren, de metalen dragers laten spontaan los en ik kan nog net 3 flessen die tot breken gedoemd waren opvangen. Ik voel me als een jongleur die zijn eerste dag in het circus meemaakt en met plotseling opkomende krampen lig ik er in een onmogelijke houding bij.

Die rekjes hebben hun beste tijd al een paar eeuwen geleden achter de rug zo blijkt, om het zooitje te verwijderen is dan ineens een heel ander verhaal. De nagels waarmee het geval in de muur bevestigd is zijn berekend op nog vele eeuwen dienst. Niet los te krijgen dat spul! Laat maar even zitten, ik zal mijn 21ste eeuwse koevoet wel eens opzoeken en eens kijken hoe stoer die nagels dan nog zijn. Eerst maar eens gaan zoeken naar nieuwe rekken, op het internet vind ik al snel wat ik zoek maar wat een prijzen zeg! Je zou voor minder alcoholist worden. In Frankrijk vallen de prijzen best mee, een fractie van wat ze er op het internet voor vragen, dus op naar de eerste de beste bouwmarkt en rekjes inslaan.

Tot mijn grote vreugde staat het vak met rekjes bij de bouwmarkt helemaal vol, inladen en afrekenen dus. Het afrekenen bij een Franse bouwmarkt neemt tijd, zelfs al staan er maar 3 mensen voor je gaat het toch al snel een kleine 20 minuten duren. Hoe komt dat dan vraag je je af? Nou dat zal ik eens uitleggen, nadat ze elk schroefje apart hebben gescand moet het aangekochte spul eerst netjes in het wagentje worden teruggelegd. Stel je voor dat je een schroefje verliest op de parkeerplaats! De kassière zit al een paar minuten haar nagels te vijlen als het karwei eindelijk klaar is, dan komt de handtas van de vrouw erbij. Na enkele minuten functioneel gezoek komt daar een voorhistorisch chequeboek uit, gerecupereerd uit de bermuda driehoek van het huishoudboekje zo lijkt het. De kassière is inmiddels nagelloos als er uiteindelijk ook nog een pen tevoorschijn komt om een volledige roman op een cheque te gaan schrijven. Niemand weet meer waar het over gaat, bij welke winkel ben ik ook al weer? Het bedrag was? Leven we nog steeds in deze eeuw? En dan komt de onvermijdelijke vraag van de kassière of de beste klant misschien een klantenkaart heeft. Nee hè, niet echt hoop ik! Wilt U er dan misschien één hebben? Ik sta te koken en na zo’n 20 minuten zijn mijn aardappels gaar. Nog 2 wachtenden voor mij, het lijkt de belastingtelefoon wel.

Eindelijk ben ik aan de beurt om af te rekenen en vol goede moed pak ik een rekje van de wagen af, die wordt gescand en de prijs is ineens 3 keer zo hoog. Uhh, hoe kan dat nou? Blijkt dat ik in mijn ongetemde enthousiasme ook de rekjes voor 100 flessen heb meegepakt. Die wil ik niet want die kan ik de keldertrap niet doorkrijgen omdat ze te groot zijn. De helft van de rekjes valt af maar dan heb ik er ineens niet genoeg. Met 5 rekjes verlaat ik alles bij elkaar drie uur later de winkel.

En dan kom je erachter dat je iets vergeten bent, ik heb me alleen maar geërgerd aan het slakkentempo waarmee alles uitgevoerd werd zonder na te denken dat ik nog iets anders nodig had. Morgen weer een dag, één keer daar in de rij aansluiten is echt wel genoeg voor vandaag.
Dan kom ik tot de ontdekking dat de luxe van een volle wijnkelder niet alleen rozengeur en maneschijn is, hoe ga ik het indelen? Tegen de muur kan ik 18 rekjes kwijt waar bij elkaar 900 flessen in kunnen, laat dat nou net niet genoeg zijn. Buiten dat, ik wil de wijnen op regio klasseren en dat betekent dan dat er rekjes zullen zijn die niet helemaal vol komen. Eigenlijk heb ik dus nog meer rekjes nodig dan de beoogde 18. Om precies te zijn het dubbele aantal.

Dan nog hè, hoe ga ik tussen al die flessen een wijntje terugvinden die ik een tijdje geleden wel te doen vond?
Wordt vervolgd,
Nico.