Archives for april 2013

Z3 in de problemen, deel 1.

Na al mijn berichten over de Z3, dat er eigenlijk nooit iets aan mankeert en dat het een wagen is die met dol enthousiasme elke dag klaarstaat om te mogen rijden, is er toch eens iets mis gegaan.
Ik begon er al aan te twijfelen of dit wel een echte BMW is, er kwamen gedachten naar boven zoals “Hoe de Jappen het lappen” en “Opel kopen altijd lopen”. De motor dus, niet dat je zelf moet gaan lopen. Maar gelukkig is het een echte BMW! Het kan kapot en dan gaat het ook een keer kapot.

Op een regenachtige donderdag was ik bezig iets te maken van hout maar de open haard wilde niet echt meewerken, het vuurtje wilde geen vlam vatten en het was best nog een beetje koud. Plotseling ging de telefoon, niets ongewoons als je een Bed & Breakfast hebt, gebeurt gelukkig vaker. Het was mijn vrouw, ze was rond 8 uur die ochtend vertrokken naar Tours voor een controle afspraak in het ziekenhuis. Tours is 165 kilometer verderop, helemaal geen grote afstand voor Franse begrippen. Nu weten jullie inmiddels denk ik wel dat Miki van origine een Antwerpse is, als mijn zinnen niet helemaal kloppen geef ik haar daar de schuld van. Miki dus, “Ik ben ik panne gevallen op de A10, 30 kilometer voor Tours”. Ik vraag wat er gebeurd is, “Nou, een grote stoomwolk en er komt een hels geratel uit de motor en ik ben direct gestopt. Ik wacht nu op de depanneur”. De wegsleper dus, ik probeerde nog een vraag te stellen maar ze riep dat de gendarmerie eraan kwam en hing op.

Als het een keer fout gaat is het meteen goed raak dacht ik en neem nog een bak koffie. Terwijl ik met mijn hoofd in de open haard hang om eens te kijken hoe ik het vuurtje ga reanimeren gaat de telefoon weer, hoe kan het ook anders. Miki weer, “De depanneur is er en hij heeft de Z3 op zijn wegsleepwagen gereden”, pardon? Gereden? Kan die Franse boerenpummel die lier die erop zit niet gebruiken? Te laat, alweer opgehangen. Gaat goed zo, op die manier worden mijn zorgen alleen maar groter. Nee, om Miki maak ik me geen zorgen, het is een grote meid die het wel regelt. Ik maak me zorgen om de Z3, ondanks dat ik het onderhoud stipt uitvoer kan er altijd iets aan de motor kapot gaan. Op dat moment ga ik ervan uit dat het waarschijnlijk wel zal meevallen maar erg gerust ben ik er niet op. Waar was ik ook al weer mee bezig? Oh ja, de open haard, er staat op de verpakking van die aanmaakblokjes dat je er maar één van nodig hebt om een vuurtje aan de gang te krijgen. Na er 5 keer één blokje onder geschoven te hebben wil het nog steeds niet. Op het moment dat ik besloten heb de rest van de verpakking in de fik te steken gaat de telefoon.

Miki: “Ik zit nu in de wegsleepwagen en we zijn onderweg naar de garage”. Mooi, en mag ik weten waar die uithangt? “Ja hoor, ik zal je het adres geven.” Ik sta klaar met pen en papier en daar komt als eerste de naam van de wegsleper, ja, daar heb ik niks aan. Mag ik misschien het adres? Ze roept de naam van een gehucht waar ik nog nooit van gehoord heb maar ik noteer het braaf, en in welke straat is dat? “Even vragen, het ligt aan de D7.” Dat schiet lekker op, de D7 is maar 140 kilometer lang, waar precies? Tuut tuut tuut…. Geen bereik meer met die eifoon van haar. Met de beschikbare gegevens open ik google maps en ik kan het zowaar terugvinden, wat een verwennerij! Ik trek mijn jas aan en ga de aanhanger aan mijn 7 hangen. Telefoon!

“Het is niet waar ik zei, het is ergens anders.” Weet je zeker dat die gozer zelf weet waar hij woont? “Het ligt langs de N10, er staat daar een taxi te wachten om me naar het ziekenhuis te brengen.” Mooi werk, maar de N10 is ongeveer 500 kilometer lang, vertel me nou eens waar ik de Z3 kan ophalen. Ik krijg het adres en loop de keuken in om mijn autosleutels te pakken, krijg nou wat! Het hout in de open haard heeft zowaar vlam gevat en staat vrolijk te branden. Ja lekker, nou is het niet meer nodig! Ik knoop de aanhanger achter de 7 en voer het adres in de navigatie in.

Op mijn gemak begin ik aan de reis van 130 kilometer. Louise, mijn navigatie troel, geeft vriendelijk aan waar ik naartoe moet. In het Engels, dat Duitse mokkel is veel strenger, daar durf je gewoon de verkeerde weg niet bij in te slaan. Helga heb ik haar genoemd, ontsnapt bij de Gestapo volgens mij. Ja, of het vriendinnetje van Horst Tappert geweest. Op vrachtwagentempo kom ik zo rond 1 uur aan in het gehucht, het benzinestation waar de depanneur moet wonen ziet er verlaten uit. De Z3 staat er wel, op een klein terrein ernaast met een terreinwagen ervoor geparkeerd.

Wordt vervolgd,
Nico.

De wijnkelder deel 1.

Als meervoudig BMW bezitter kan ik er niet onderuit, daarbij helpt het ook niet dat ik wat wijn betreft in een verkeerd land terecht gekomen ben, dus deze aflevering gaat over wijn en mijn kelder.
Ben ik een wijnkenner? Nee, niet echt. Wat ik wel weet is dat ik bepaalde wijnen lekker vind, troep die je in een restaurant bestelt als zijnde “een karafje huiswijn” is net goed genoeg om het eten mee door te spoelen. Chateau Migraine kennen we allemaal wel denk ik, dat hoeft trouwens niet aan de wijn zelf te liggen. Vaak is het de combinatie van de dagschotel het apocalyptische boerengejammer als achtergrondmuziek en de hoeveelheid haast die je zo nodig moest hebben. Of je moest weer eens bij een Routiers restaurant terecht gekomen zijn waar de wijn, net als het water, gratis is. Dat de wijn dan voor de helft uit water bestaat zal je niet verwonderen, of toch wel?

De kelder ligt er al een stijf aantal eeuwen maar was verstoken van inhoud. Dat heb ik heel prettig opgelost door de volledige inhoud van een wijnkelder over te nemen. Een busje gehuurd en een dagje gebuffeld om al die 1000 flessen over een ruime 100 kilometer te verhuizen. Dan heb ik dus ineens een volle wijnkelder maar wat ga ik er dan verder mee aanvangen? Gewoon op een hoop laten liggen en zoveel zuipen dat die vanzelf verdwijnt, is eigenlijk geen optie. Wat dan wel? Er staan nog een paar oude wijnrekken in de kelder uit de tijd van Karel de Grote en vol goede moed ga ik de flessen erin leggen. Bij de 12e fles begint het rekje waar 100 flessen in kunnen te protesteren, de metalen dragers laten spontaan los en ik kan nog net 3 flessen die tot breken gedoemd waren opvangen. Ik voel me als een jongleur die zijn eerste dag in het circus meemaakt en met plotseling opkomende krampen lig ik er in een onmogelijke houding bij.

Die rekjes hebben hun beste tijd al een paar eeuwen geleden achter de rug zo blijkt, om het zooitje te verwijderen is dan ineens een heel ander verhaal. De nagels waarmee het geval in de muur bevestigd is zijn berekend op nog vele eeuwen dienst. Niet los te krijgen dat spul! Laat maar even zitten, ik zal mijn 21ste eeuwse koevoet wel eens opzoeken en eens kijken hoe stoer die nagels dan nog zijn. Eerst maar eens gaan zoeken naar nieuwe rekken, op het internet vind ik al snel wat ik zoek maar wat een prijzen zeg! Je zou voor minder alcoholist worden. In Frankrijk vallen de prijzen best mee, een fractie van wat ze er op het internet voor vragen, dus op naar de eerste de beste bouwmarkt en rekjes inslaan.

Tot mijn grote vreugde staat het vak met rekjes bij de bouwmarkt helemaal vol, inladen en afrekenen dus. Het afrekenen bij een Franse bouwmarkt neemt tijd, zelfs al staan er maar 3 mensen voor je gaat het toch al snel een kleine 20 minuten duren. Hoe komt dat dan vraag je je af? Nou dat zal ik eens uitleggen, nadat ze elk schroefje apart hebben gescand moet het aangekochte spul eerst netjes in het wagentje worden teruggelegd. Stel je voor dat je een schroefje verliest op de parkeerplaats! De kassière zit al een paar minuten haar nagels te vijlen als het karwei eindelijk klaar is, dan komt de handtas van de vrouw erbij. Na enkele minuten functioneel gezoek komt daar een voorhistorisch chequeboek uit, gerecupereerd uit de bermuda driehoek van het huishoudboekje zo lijkt het. De kassière is inmiddels nagelloos als er uiteindelijk ook nog een pen tevoorschijn komt om een volledige roman op een cheque te gaan schrijven. Niemand weet meer waar het over gaat, bij welke winkel ben ik ook al weer? Het bedrag was? Leven we nog steeds in deze eeuw? En dan komt de onvermijdelijke vraag van de kassière of de beste klant misschien een klantenkaart heeft. Nee hè, niet echt hoop ik! Wilt U er dan misschien één hebben? Ik sta te koken en na zo’n 20 minuten zijn mijn aardappels gaar. Nog 2 wachtenden voor mij, het lijkt de belastingtelefoon wel.

Eindelijk ben ik aan de beurt om af te rekenen en vol goede moed pak ik een rekje van de wagen af, die wordt gescand en de prijs is ineens 3 keer zo hoog. Uhh, hoe kan dat nou? Blijkt dat ik in mijn ongetemde enthousiasme ook de rekjes voor 100 flessen heb meegepakt. Die wil ik niet want die kan ik de keldertrap niet doorkrijgen omdat ze te groot zijn. De helft van de rekjes valt af maar dan heb ik er ineens niet genoeg. Met 5 rekjes verlaat ik alles bij elkaar drie uur later de winkel.

En dan kom je erachter dat je iets vergeten bent, ik heb me alleen maar geërgerd aan het slakkentempo waarmee alles uitgevoerd werd zonder na te denken dat ik nog iets anders nodig had. Morgen weer een dag, één keer daar in de rij aansluiten is echt wel genoeg voor vandaag.
Dan kom ik tot de ontdekking dat de luxe van een volle wijnkelder niet alleen rozengeur en maneschijn is, hoe ga ik het indelen? Tegen de muur kan ik 18 rekjes kwijt waar bij elkaar 900 flessen in kunnen, laat dat nou net niet genoeg zijn. Buiten dat, ik wil de wijnen op regio klasseren en dat betekent dan dat er rekjes zullen zijn die niet helemaal vol komen. Eigenlijk heb ik dus nog meer rekjes nodig dan de beoogde 18. Om precies te zijn het dubbele aantal.

Dan nog hè, hoe ga ik tussen al die flessen een wijntje terugvinden die ik een tijdje geleden wel te doen vond?
Wordt vervolgd,
Nico.