Sinterklaas special.

Piet heeft lang lopen denken
Wat hij aan jullie moet schenken.

Ja ja, ik weet het maar ik moet ergens beginnen hè.

Hier is alles BMW
Dacht Piet gedwee

Niet al te sterk.

Zo’n nieuwe i3 met electromotor
Geen cylinders maar een stator en rotor.

Gaat al iets beter.

Een stekker als brandstofpomp
Maakt niet uit, als je er maar komt
– Met de stekker in je hand
– Kom je niet eens door het hele land
Het plezier is daardoor wat bedompt

Niet getreurd
De Sint heeft een nieuw tijdperk open gesleurd
– Maakt niet uit hoe lang de laadtijd is
– Met een radius van 160 km zit je altijd mis
In de toekomst wordt er een grotere batterij in gepleurd

Die oude man met schimmel tussen de benen
Begeeft zich niet over straten met stenen
– Milieuvriendelijk is hij wel
– Ook al stinkt dat paard het meeste van het stel
Die bijtelling gaan ze niet van hem stelen

Een pakje onder de kerstboom
Sorry, verkeerde suikeroom
– Zal toch geen BMW zijn?
– Maak eens open voor de gein
Jawel hoor, het ding loopt ook nog op stroom

Wat een ellende
Als je alles al hebt gehad voordat je dit kende
– Moet eerst drie dagen aan de lader
– Sinterklaas, verklaar je nader!
Ach kind, nu moet je zonodig rijden, ik vond je leuker toen je nog rende.

Al drie keer weggestuurd van school
En je eet nog steeds geen bloemkool
Als Sint heb ik goed geschoten
Je spontaan op het netwerk aangesloten
Trek nu niet zo een smoel
Iedereen vindt het onwijs cool

Rijmpjes en limmerikken, het was niet geweldig hè. Dan maar een heel echt Sinterklaas verhaal. Hierbij een stukje uit mijn verleden.

Hebben jullie ook zo’n hekel aan Sinterklaas? Nou ik wel. Je maakte als kind een lijstje en stuurde het “naar Spanje”, Of je deed het in je schoen en hoopte dat het de volgende ochtend weg zou zijn. Dat briefje aan de Sint in ruil voor hetgeen wat je daarin gevraagd had, maar het was nooit helemaal wat je wilde. Een autoracebaan werd automatisch een Dinkey Toy en het magische zwaard waar je de meester op school wel eens een lesje mee zou willen leren werd een pijpje met snoepjes van onbestemde smaak.

Klinkt het bekend? Oké, bij jullie thuis is de crisis ook niet ongemerkt voorbij gegaan dus. Hoe je het ook wendt of keert er is altijd wel een soort van crisis. Als kind heb je daar geen boodschap aan maar ouders schoten al in de stress als er op de TV verteld werd dat Sinterklaas het volgende weekeinde in Nederland zou aankomen. En ik mijzelf maar afvragen waarom mijn vader in die periode van het jaar altijd zo laat thuis kwam. De beste man moet zich klem gewerkt hebben om de cadeautjes voor die schijnheilige te kunnen betalen.

Sinterklaas heeft nog steeds een groot boek waar iedereen instaat, wat er precies over mijn vader in staat weet ik niet maar hij kreeg altijd een stropdas. Mijn moeder moet wel een heel erg slecht mens geweest zijn, die kreeg nooit wat van Sinterklaas. Of ik heb die zijden lingerie setjes gemist waardoor ik er op negenjarige leeftijd nog een zusje bij kreeg. Had ik niet om gevraagd hoor!

Elke avond opnieuw die winterpenen naast de kolenkachel leggen voor het paard, mijn schoen, twee sigaretten erbij want in die tijd mocht Piet nog roken van zijn baas. Een bakje water want het paard had dorst van al dat gesjok over de daken en elke keer hetzelfde verlanglijstje voor de Sint. Daarbij moest er ook een liedje gezongen worden, “Makkers staakt Uw wild gebraak” en “Sinterklaasje kom maar binnen met je slaaf, want we zijn allemaal nog even braaf.”. De originele versie was door mijn vader verbannen want knecht rijmt op slecht. De Sint was een bovennatuurlijk mens, hoorde alles, had nooit dorst, rookte niet en had geen trek in winterpenen, had ook geen moeite met slaven. Mijn vader ook niet maar hij noemde ze werknemers. De Sint kon volgens mij ook niet goed lezen want in plaats van die drie miljoen gulden die ik gevraagd had lagen er de volgende ochtend een handje chocolademuntjes in mijn schoen. De Sint had beter die winterpenen opgegeten, dat is goed voor je ogen! Ik weet zeker dat hij mijn briefjes had gevonden want ze waren elke ochtend weg. Achteraf niet zo gek als de kolenkachel er naast staat. Die drie miljoen gulden waren natuurlijk door de schoorsteen ook in het vuur beland. Wel vreemd dat de chocolade nooit gesmolten in mijn schoen zat. Smaakte nergens meer naar omdat ik op jonge leeftijd al last had van zweetvoeten. Ja precies, vies hè!

Op 4 december 1961 had ik besloten om wakker te blijven en live mee te maken wat er met die winterpenen, het water en de sigaretten zou gebeuren. Het belangrijkste was natuurlijk mijn verlanglijstje, hoe zou die zwartjoekel van een Piet die te pakken krijgen door de nasmeulende kolenkachel heen. Vol verwachting klopt mijn hart. Mijn vader en moeder gingen vroeg slapen die avond dus ik had geluk. Het was me al gelukt om tot 11 uur ’s avonds stil in mijn bed te blijven liggen en niet in slaap te vallen. Dit mysterie moest gewoon opgelost worden. Nu moet je voorstellen dat we 2-hoog achter woonde in het schilderswijk van Den Haag en mijn kamer niet meer dan een grote kast in het geheel voorstelde. Wat we wel hadden waren heel veel deuren, eigenlijk te veel om de oppervlakte van het gemeentewoninkje te rechtvaardigen. Een bad of douche hadden we niet dus de Sint kon niet door de ontluchtingskokers komen.

20 Minuten nadat mijn ouders naar bed gegaan waren deed ik een voorzichtige poging om zo stil mogelijk de huiskamer binnen te komen. Het huisje was zo klein dat ik mijn vader al in de gang bomen kon horen omzagen. Ja, hij snurkte nogal. Hij zou zomaar het paard hebben kunnen laten schrikken. Ik sluip de woonkamer binnen in het stikke donker, de kolenkachel gloeit nog na. Dat is mijn oriëntatiepunt, maar ja, er stond nog een fauteuil in de weg. Na met het derde meubelstuk in ongenadige aanraking gekomen te zijn hoor ik het snurken van mijn vader even stokken. Na tien tellen mijn adem inhouden en vooral niet bewegen hervat het vertrouwde geronk uit de slaapkamer van mijn ouders zich. Pfff, dat was een opluchting.

Op handen en knieën kroop ik naar de kolenkachel, zien deed ik niets maar mijn handen voelde dat de winterpenen verdwenen waren, het bakje water leeg was en toen zette ik het op een brullen. De Sint was al geweest! Het interesseerde me helemaal niets wat er in mijn schoen zat, ik had het grote moment gemist! Klik, daar gaat het licht aan en mijn moeder staat met de handen in haar zij in de deuropening van de ouderlijke slaapkamer. “Wat doe jij nou?” vroeg ze. Het duurde 20 minuten om een paar woorden te zeggen tussen het snikken door, het kwam er op neer dat ik Sinterklaas gemist had. Mijn moeder heeft me getroost en mij verzekerd dat de Sint de volgende avond, op 5 december, een mooi cadeau zou brengen. Teleurgesteld ging ik terug naar bed, het blijft een rotstreek dat mijn vader en moeder Sinterklaas heel goed kende en ik hem, samen met zijn gekleurde medewerker, gemist had.

De volgende ochtend ging ik naar school, wel nog even de chocolade guldens uit mijn schoen gevist voor ik die aantrok en in mijn zak gestoken. Volgens de juffrouw moesten we stil zijn en hard doorwerken, alleen dan zou Sinterklaas in hoogsteigen persoon misschien wel eens de klas in kunnen komen. Ik was er klaar voor, het bewijs van zijn bezoek de avond daarvoor had ik in mijn broekzak en ik zou hem eens grondig ondervragen hoe laat hij de vorige avond bij ons thuis geweest was. Er werd op de deur geklopt, hard geklopt en zacht geklopt kon je vergeten. Daar kwam de puntmuts binnen hoor, samen met die viezerik van een Piet die niet eens de moeite had genomen zichzelf te wassen nadat hij de avond daarvoor door al die zwarte schoorstenen was gekropen. De kolen van de kachels zaten schijnbaar nog in zijn pofbroek want hij stond te springen als een gek.

Toen kwam mijn kans om het mysterie voor eens en voor altijd op te lossen, ik mocht bij de Sint op schoot. Hij vroeg me of ik braaf geweest was het afgelopen jaar waarop ik zei dat hij dat toch allemaal in zijn boek had staan? Nou dat boek was even niet als bewijsstuk aanwezig en ik vroeg hem hoe laat hij de avond daarvoor bij ons naast de schoorsteen had gestaan. In paniek riep hij zijn kolenboer, “Hoe heet je ook alweer?” Nico Sinterklaas, en ik vind het niet leuk dat ik U niet gezien heb gisteravond. “En waar woon je dan jongen?” Als U dat niet weet krijg ik vanavond helemaal niks, kwaad liep ik weg. Piet probeerde de pepernotenvertroetelaar er nog maar eens in te gooien maar voor mij was het gedaan. De Sint wist niet eens waar ik woonde.

Vanaf dat moment heb ik een grondige hekel aan Sint en Piet gekregen, ze wisten helemaal niets en dan zeker die drie miljoen gulden die ik al drie weken gevraagd had dezelfde avond komen langsbrengen. Nee hoor, het was gedaan. En dan kom je er als 5 jarige achter dat niets is wat het moet voorstellen, poppenkast is dan nog realistischer. Dat het hele leven zo in elkaar zit kom je pas veel later achter.

Hierbij roep ik alle ouders op om eerlijk te zijn tegen hun kinderen, die kleintjes vinden veel eerder uit dat het nep is als dat je wilt toegeven. Dat wil overigens niet zeggen dat je zoon en/of dochter niet zit te wachten op die iPhone5 op 5 december. Wacht ik trouwens ook nog steeds op, net als op die drie miljoen gulden.

Na dit verhaal vraag je jezelf misschien af waarom ik drie miljoen gulden gevraagd had, het antwoord daarop is heel persoonlijk. Ik kon met mijn moeder niet goed opschieten van kleins af aan, met drie miljoen gulden hoefde mijn vader niet meer te werken en kon zodoende thuis blijven voor mij. De dromen van een kind, sommige dromen komen uit maar op een heel ander moment dan dat je het echt nodig hebt.

Triest? Ik? Nee hoor. Een heel erg fijne Sinterklaas gewenst,
Nico.